Een heldenverhaal

Het eerste bezoek

Het was op een koude, natte, grijze dag in januari. De hulpvraagster bij wie ik vandaag langs zou gaan voor de kennismaking had al twee keer onze afspraak afgezegd. Dat zien we vaker gebeuren, hulp vragen is moeilijk. Ik hoopte stiekem dat ze vandaag ook af zou zeggen maar dat deed ze niet en dus hees ik mij in m’n regenpak en stapte op de fiets.

Ik belde aan bij een hoge galerijflat en nam de lift naar de desbetreffende verdieping. De voordeur ging langzaam open en twee onzekere ogen keken mij aan. Een alleraardigste mevrouw liet me schoorvoetend binnen en ik rook meteen de geur van sigaretten en een kattenbak, een geur die ik steeds meer begin te herkennen in mijn werk. Ik zag direct het probleem: de woning was sterk vervuild. De oudere dame bood me een stoel aan en nam zelf moedeloos plaats op de bank. De woningstichting had ook weet gekregen van haar situatie en als er niet snel iets aan gedaan werd dan moest ze haar huis uit. Mevrouw had fysieke en psychische problemen, ze zag zelf ook wel dat het zo niet langer kon maar ze had niemand die haar kon helpen. Slechts één familielid, maar die woonde buiten de stad.

Ik vertelde over Dordtse Helden en dat we haar graag wilde helpen en dat we zouden kunnen beginnen met het schoonmaken van de keuken.

“En hoeveel mensen komen er dan?” vroeg ze.

“Ik denk een stuk of vier jongeren,” antwoorde ik.

“En hoe lang zijn ze dan bezig?” vroeg mevrouw weer.

“Nou, ik denk wel een hele middag,” was mijn antwoord.

“En wat kost dat dan wel niet?” was haar volgende vraag.

En wat kost dat dan wel niet?

— een hulpvraagster

Ik zei: “Niets mevrouw, dat kost helemaal niets. Dat doen onze jongeren geheel vrijwillig.”

Haar ogen werden groot van verbazing en toen stelde ze nog één vraag: “Maar waarom?”

O, wat lag er veel ongeloof, twijfel en misschien wel wantrouwen in die vraag. Ik antwoorde: “Omdat u belangrijk bent!” En toen begon ze te huilen. In al die jaren van problemen, eenzaamheid en achteruitgang was ze gaan geloven dat ze er niet meer toe deed, dat ze onbelangrijk was en dat niemand haar echt kon helpen. Een week later boenden we met een gezellige ploeg jongeren haar hele keuken weer blinkend schoon en later deden we ook nog wat andere klusjes in huis. Hierdoor mocht mevrouw in haar huis blijven wonen, sterker nog, nu alles weer schoon was kon ze aanspraak maken op wekelijkse hulp in de huishouding.

We mochten wezenlijk verschil maken voor deze mevrouw en wat was haar dankbaarheid groot. Eén van de jongeren drukte het mooi uit toen hij zei: Die dankbaarheid en voldoening, daar kan geen salaris tegenop.